Gijs Baan, Middelburg – 1e Nationaal Bergerac, 2 keer een 1e NPO en nog zoveel meer in 2015!!!

Zeeland heeft op het gebied van duivensport een enorm rijke geschiedenis. Diverse Nationale en Internationale toppers kenden hun oorsprong in de prachtige provincie Zeeland. Als je in 2016 vraagt wat mensen weten over de duivensport in Zeeland, dan vallen een paar namen op en de plaats Arnemuiden als duivenbolwerk komt daar meestal kort achteraan. Gijs Baan is een speler die zelden genoemd wordt en dat is een gigantisch tekort voor deze grote kampioen van Zeeland. Al jaren hoort hij bij de kampioenen van Zeeland en de laatste 5 jaar ontbrak hij niet meer bij de beste 5 generalen van Zeeland. Generaal Kampioen van Zeeland mocht hij ook al eens achter z’n naam zetten, tientallen teletekstnoteringen, verschillende top 100 Nationaals op de overnacht en in 2015 zelfs de 1e Nationaal Bergerac. De laatste jaren staat er geen maat op Gijs Baan en kan hij worden gezien als 1 van de beste spelers van Zeeland. Als je het programma spel, jonge duivenspel en ook nog eens de overnacht tot in de puntjes beheerst, dan kun je wel spreken van een op en top duivenmelker! Hoe het komt dat veel melkers buiten Zeeland hem niet kennen snapt niemand, want er zijn er velen enorm geslaagd met zijn duiven. Naast dat Gijs enorm hard speelt met de duiven, heeft hij ook een enorme drive, spelbeleving en visie op hoe duivensport hoort te zijn.  

Begin

Gijs Baan was als jonge jongen helemaal gek van voetbal en uit school was hij ook vaak in de buurt te vinden. Na schooltijd gingen zijn vriendjes naar huis, omdat ze eerst de duiven moesten verzorgen en Gijs moest dan wachten tot ze klaar met de duiven waren. In die tijd hadden veel mensen duiven en Gijs raakte zo langzaamaan besmet met het duivenbacil. Een klein hok was het begin en iedere duivenliefhebber weet hoe zoiets meestal afloopt. Later werd er nog zeer succesvol combinatie gevlogen met Dick Beekman, omdat Gijs thuis niet voldoende ruimte had om de duivensport te beoefenen. Dit was nog in de tijd dat we Gijs keihard over straat naar de telefoon zagen sprinten om de tijden door te geven. Bij Dick was geen telefoon, dus Gijs moest dan snel naar de kruidenierswinkel van zijn ouders rennen. 1 duif zag hij meestal thuiskomen en daarna begon het vliegwerk voor Gijs. Wat een geweldige tijd hebben we nu in 2016. Gijs kan na al die jaren nog steeds genieten van dat stipje in de lucht, de twijfel of de duif de plank wel in 1 keer zou kunnen halen en dan constateren dat het gelukt is en gaat om een knalvroege duif. Dit zijn van die kippenvel momenten, die duivensport onbetaalbaar maken.

Hok

Momenteel heeft Gijs een prachtige lange tuin, met daarop een mooi lang hok. Dit hok heeft hij helemaal zelf gebouwd en blinkt uit in eenvoud. Op dit hok zijn zoveel gigantische overwinningen behaald. Buiten het seizoen staan de schuiven open en krijgen de duiven veel zuurstof. In het seizoen sluit Gijs de schuiven helemaal en hebben de duiven geen verluchting. Het idee erachter is, dat duiven veel warmte nodig hebben en dat weinig duiven op een groot hok altijd genoeg zuurstof hebben. Ook al is het buiten 30 graden, dan nog zijn de schuiven dicht bij Gijs.

Het hok is dubbelwandig en bevat geen isolatiemateriaal. Gijs is zelf werkzaam in de bouw en het komt vaak voor dat het isolatiemateriaal tegen het hout aan gaat zitten. Als het dan vochtig weer is en de zon komt, ontstaat er condens. Dit is erg slecht, want hierdoor ontstaan er zwammen in je hout en dan is het echt gedaan met de prestaties. Je kunt deze plekken herkennen aan hun bruine kleur, draden en een vieze geur. Op het werk adviseren ze dan om zo’n plek weg te halen en een omringende meter preventief, anders kom je er zeer moeilijk vanaf.

Op de vloer ligt bij de jonge duiven en bij de weduwnaars erwtenstro. Aangezien Gijs ’s morgens vroeg weggaat en ’s avonds weer laat terug is, moet je op dat soort dingen tijd besparen. Bovendien zorgt het voor een goed klimaat op het hok, is het wat droger en gezelliger voor de duiven. Bij de duivinnen is erwtenstro geen optie, omdat ze anders te snel gaan paren. Bij de duivinnen liggen dus roosters op de vloer.

Het hok voor de duivinnen is net zo groot als voor de weduwnaars, alleen hangen daar schapjes. Deze schapjes zijn afgeschermd met planken, zodat de duivinnen elkaar niet zo makkelijk kunnen zien. Bij de duivinnen staat de schuif wel zo’n 50 centimeter open, omdat er 30 duivinnen op dat hok zitten, dus die hebben iets meer zuurstof nodig.

Het duivenhok staat op het zuidwesten en dat is in het begin van het jaar niet ideaal. Gijs maakt daarom gebruik van warmteplaten, die onder tegen de broedhokken aan liggen. Zo stijgt de warme, droge lucht op naar boven en worden de hokken lekker droog. Hier wordt echter niet mee overdreven, want het seizoen duurt nog lang.

Hoogtepunten

Enkele recente hoogtepunten van Gijs Baan. Alles noemen zou veel te veel zijn, maar verwonder u over zijn prestaties van de laatste paar jaar!

1e NPO Bergerac 736 duiven (tevens 1e Sector 1 tegen 12.000 duiven)
1e NPO Pointoise 5.127 duiven
1e NPO Lorris 5.095 duiven
4e NPO Bordeaux 2.267 duiven
4e NPO St. Vincent 1.388 duiven
5e Nat. Chateauroux 49.405 duiven
8e NPO Pointoise 5.127 duiven
8e NPO Gien 4.349 duiven
9e NPO Ruffec 1.833 duiven
10e NPO Bergerac 736 duiven
13e Internationaal Barcelona (5e Nationaal)

1e Generaal Kampioen Zeeland 2013 (aangewezen en onaangeween)
1e Generaal Kampioen Zeeland 2014 (onaangewezen)
3e Generaal Kampioen Zeeland 2014 (aangewezen)
8e Generaal Kampioen Zeeland 2015 (onaangewezen)

Systeem

Zoals eerder vermeld, werkt Gijs Baan heel erg veel en de duivensport kost erg veel tijd. Toch probeert hij zijn tijd en energie zo goed mogelijk te benutten. Doordat hij op alle vluchten mee wil strijden om de eerste plek, moet hij er veel voor doen. Zo wordt in het seizoen al vroeg opgestaan om de overnachters om 6 uur uit te laten. Deze duiven vliegen dan een uur en worden apart getraind van de programmaduiven. Overnachters trainen toch heel anders dan programmaduiven en daarom worden die het liefst apart getraind. Om 7 uur worden de overnachters binnen gehaald en dan worden rond 7 uur de jonge duiven losgelaten. Voor Gijs is het dan de hoogte tijd om naar het werk te gaan en hij is enorm blij dat zijn vader de jonge duiven na ongeveer een uur wil binnenhalen. Vervolgens laat hij dan hok 2 van de jonge duiven los en deze worden ook weer door zijn vader binnegehaald. Grappig detail is wel dat vader Baan na al die jaren nog niet een echte duivenmelker is geworden. Het voer wordt netjes door Gijs klaargezet en Gijs merkt lachend op dat zijn vader sinds korte tijd een kraai kan onderscheiden van een duif. Soms geeft zijn vader aan dat die een kras heel mooi vindt, maar Gijs moet hem dan corrigeren dat het een blauwe is.

Desondanks is Gijs gigantisch blij met zijn vader, want als hij hem iets uitlegt, wordt alles ook precies zo uitgevoerd. Ook het opleren van de jonge duiven wordt veelal door zijn vader gedaan, omdat het Gijs gewoon aan tijd ontbreekt. Duivensport helemaal alleen beoefenen, wordt tegenwoordig steeds moeilijker en zeker als je op alle fronten mee wilt doen heb je echt hulp nodig.

Als Gijs rond half 5 weer uit zijn werk is, dan worden de weduwnaars losgelaten en daarna de duivinnen. Deze duiven moeten flink ‘sjoeven’ door de lucht en Gijs vindt het trainen dan ook erg belangrijk. De tijd is voorbij dat ze rollend over je dak moesten lopen of van schoorsteen naar schoorsteen moesten vliegen. Duiven moeten echt trainen, want de sport wordt steeds professioneler. ’s Avonds is Gijs vaak nog weg om verder te klussen. Een enorme taak dus om alles rond te krijgen, maar hij heeft het er graag voor over. De duiven trainen allemaal eenmaal per dag een uur en dit komt vooral door het tijdsgebrek. Gezien de prestaties, zal het dus niet veel uitmaken.

Er wordt gespeeld met 16 koppels overnachters, ongeveer 60 jonge duiven en 20 koppels doffers en duivinnen op totaal weduwschap. De overnachters worden op nest gespeeld. De eerste vlucht probeert Gijs de duiven in te korven op jongen van 5 dagen, maar later worden ze ingemand zoals ze er dan voor zitten. Je kunt nog zoveel plannen, maar bij de overnacht lopen dingen vaak iets anders dan gepland. Voor het seizoen wordt er gekeken naar de sterkte van de duiven en worden er drie ploegen geformeerd. Van deze ploegen wordt zelden afgeweken.

De programmaduiven worden in januari gekoppeld en brengen jongen groot. In maart worden ze dan herkoppeld en de eerste vluchten worden de duiven op nest gespeeld. Na een paar vluchten wordt overgeschakeld op het totale weduwschap. De duiven worden normaal gesproken niet getoond voor de vlucht, maar als Gijs het gevoel heeft dat ze wel een beetje leven kunnen gebruiken, worden ze wel getoond. Dit wordt niet gebruikt om een spectaculaire uitslag af te dwingen, want in trucjes wordt niet geloofd. Na de vlucht mogen ze bij elkaar blijven en afhankelijk van de vlucht worden de duiven gescheiden.

De oude duiven worden niet verduisterd en bijlichten is ook niet noodzakelijk. De jonge duiven worden wel verduisterd en ook vanaf de langste dag bijgelicht.

Medisch

Het is Gijs Baan opgevallen dat duiven meestal na 6-7 weken in het seizoen een dip krijgen. Vroeger presteerde hij geweldig en dan werd er pas wat gedaan als het al te laat was. Tegenwoordig kun je als generaalspeler geen slechte vlucht meer veroorloven en daarom probeert hij de grootste problemen al een stap voor te zijn. De programmaduiven krijgen iedere 4-5 weken een geelpil en de overnachtduiven krijgen dit op maandag als ze ingemand worden. Na de vlucht krijgen de duiven op zondag een ontsmetting. De ene week is dit een product tegen geel/coccidiose en de andere week is dit een product tegen de luchtwegen. Dit is de enige medicatie die de duiven in het seizoen krijgen.

Bij de jonge duiven zijn er veel stressmomenten en juist op deze momenten zie je vaak coli toeslaan. Gijs probeert daar al op in te springen door ze na die stressmomenten een paar dagen iets tegen coli te geven.  

Na het seizoen worden de duiven gekuurd tegen paratyfus en dit jaar is er geënt met de nieuwe entstof van Belgica de Weerd. Dit product is nieuw ontwikkeld en je brengt het bij de duiven in door middel van een slangetje in de bek. Dit lijkt vooralsnog erg goed te werken. In het voorjaar voor het seizoen worden de duiven nogmaals gekuurd tegen paratyfus. Het is een erge ziekte en als je het eenmaal een keer hebt gehad, dan neem je wel maatregelen. Bovendien is het een ziekte, die met de juiste maatregelen, goed te kleineren is. Als je kijkt naar de prestaties, die ook van 2/3 jaars duiven komen dan kan deze methode weinig kwaad.

Wat wel kwaad kan, is een echte rampvlucht. Gijs heeft de rampvlucht Auxerre nog vers op zijn netvlies staan en hij kwam er in eerste instantie goed vanaf, zo leek het. Van deze duiven zijn geen echt vroege prijzen meer gekomen.

Bij de jonge duiven wordt er wat vaker gebruik gemaakt van een middel tegen ornithose. Dit gebeurt vaak op gevoel, omdat je met jonge duiven veel kwetsbaarder bent. Gezondheid is bij de jonge duiven het allerbelangrijkste.

Verliezen jonge duiven

Gijs is van mening dat er veel ongezonde duiven in de mand worden gestopt, maar dat je daar de verliezen niet alleen op af kunt schrijven. Er zijn zat topliefhebbers die al jaren geweldig presteren, maar nu ook problemen hebben met de jonge duiven.  

Je hoort steeds vaker mensen zeggen dat het zou kunnen komen door al het digitale verkeer in de lucht. Gijs ziet dit ook als een oorzaak, maar waarom zijn er dan periodes in een jaar dat er amper jonge duiven worden verspeeld? Is er dan opeens geen digitaal verkeer meer in de lucht? Het blijft een verschijnsel waar ook Gijs de vinger niet op de juiste plek kan leggen.

In Zeeland is een veelgehoorde verklaring dat de duiven bang zijn voor het water. Volgens Gijs is dit absoluut de reden niet, want er worden in heel Nederland veel duiven verspeeld en bovendien werd er 5 jaar geleden amper verlies geleden. Zouden de duiven in 5 jaar ineens bang voor water zijn geworden? Dit lijkt Gijs heel erg onwaarschijnlijk.

Een andere visie die je vaak hoort bij melkers, is dat er zoveel uit onbewezen duiven wordt gekweekt. Dit zou een verklaring kunnen zijn, maar Gijs kweekt alleen uit bewezen topduiven en daar zijn de verliezen ook gewoon bij. Bovendien zou een duif uit een onbewezen duif best kwaliteit kunnen missen en later thuis kunnen komen, maar een postduif komt toch van nature een keer terug naar zijn hok? Waarschijnlijk is er iets aan de gang, waardoor die natuurlijke drang van een duif om thuis te komen gigantisch wordt verstoord.

De oplossing heeft Gijs absoluut niet, maar de redenen die je vaak hoort lijken soms erg onwaarschijnlijk. Al zal Gijs nooit beweren dat hij de wijsheid in pacht heeft, want bescheidenheid is een grote kwaliteit van deze geweldige Zeeuwse duivenliefhebber.

Verliezen voorkomen

Gijs probeert de verliezen te voorkomen door alleen uit bewezen duiven te kweken. Alleen uit zijn allerbeste duiven worden jongen gekweekt en dan nog zie je enorm veel afval en wegvliegers.

Gijs probeert zijn duiven ongeveer vier keer op te leren. Zelf heeft hij daar eigenlijk nooit tijd voor, maar gelukkig heeft hij hulp van zijn vader en van Max de Rijke. Veel melkers gaan de eerste paar keer niet verder dan een kilometer, maar volgens Gijs heeft dit totaal geen zin. De eerste keer worden de duiven opgeleerd vanaf 10 kilometer en vervolgens, als ze goed naar huis komen, maken ze de stap naar 25 kilometer. De duiven gaan nooit met de africhtingen van de afdeling mee en worden op de eerste prijsvlucht pas ingemand. De ervaring is dat het grootste afval dan al uitgeselecteerd is en de andere duiven de duiven van Gijs wel meetrekken de goede kant op. Gijs is de eerste vlucht vaak bang dat hij heel erg slecht pakt, maar al jaren pakt hij gewoon uitstekend op de eerste vlucht. Bij die eerste vlucht gaan er altijd een paar oude duivinnen als invliegduif mee, zodat de jongen achter de oude duivinnen naar binnen duiken. Wie de aankomsten bij Gijs eens heeft meegemaakt, praat daar weken later nog over. Als raketten die hun doel zoeken, komen ze als stipjes uit de lucht zo op de plank gevlogen. Er wordt geen seconde verspeeld en het is een geweldig gezicht. Gijs merkt op dat hij dit vroeger nooit had, maar sinds hij hard is gaan spelen is dit steeds beter geworden.

Voeding

Gijs geeft de overnachtduiven heel het jaar door kweekvoer en de programmaduiven  krijgen een mix van diverse soorten vliegvoer door elkaar. Dit zijn 3 zakken van Paloma en een zak van Van Kampen. Dit zijn niet de duurste zakken voer, maar de duiven doen het hier fantastisch op en veranderen durft Gijs niet meer en een beetje prijsbewust hoort natuurlijk wel bij een Zeeuw. Waarom duur voer kopen, als het op goedkoper voer net zo goed gaat? Aan opvoeren wordt niet gedaan en de duiven krijgen iedere dag dezelfde vliegmengeling.

Bijproducten

Als duivenmelker moet je niet denken dat het nog zo is als 20 jaar geleden. Gijs merkt dat veel duivenliefhebbers in de tijd zijn blijven steken en dat ze lang niet meer zo goed vliegen als vroeger. Allerlei excuses worden er gezocht, maar vaak zijn ze niet met de moderne tijd meegegaan. In de topsport zie je overal gebruik van voedingssupplementen. Vooral het herstel is in iedere sport belangrijk. Gijs is een enorme denker en denkt over alles na. Zo zit achter het gebruik van zijn bijproducten ook altijd een visie.

In het stille seizoen krijgen de duiven knoflook in het water. Veel liefhebbers pakken een paar teentjes, maken deze schoon en geven een sneetje. Vervolgens gaan ze het water in en klaar is de melkers. Gijs perst de knoflookbolletjes helemaal uit en de vloeistof dat er dan uitkomt (allicine), wordt aan de duiven gegeven. Zo krijgen de duiven veel beter geconcentreerd knoflook te drinken, dan wanneer je een sneetje in een teentje knoflook maakt.

In het seizoen krijgen de duiven regelmatig wat over het voer. Hier wordt meestal gebruik gemaakt van omega olie van Backs of lookolie. Vetzuren zijn voor duiven heel erg belangrijk, omdat ze voornamelijk op vetten vliegen. Op zaterdag krijgen ze lookolie met biergist over het voer. Dit allemaal om het herstel te bevorderen.

Op zondag krijgen de duiven dierlijke eiwitten van Backs over het voer. In het begin van het seizoen zul je niet zoveel verschil merken, maar na het midden van het seizoen zie je dat je duiven meer energie hebben en gewoon veel beter herstellen. Er zijn geen middelen die een duif sneller doen vliegen, maar wel middelen die zorgen dat een duif het langer vol kan houden. In de ogen van Gijs is het herstel van duiven enorm belangrijk en maak je daardoor meer prijzen de tweede seizoenshelft.

Op maandag en dinsdag krijgen de duiven allemaal hexenbier van Röhnfried in het water. Dit is een kruidendrank en hier worden de duiven erg mooi blank van, ze gaan er goed van trainen en heeft een goede werking op de luchtwegen.

Op woensdag krijgen de duiven een soort van conditiepoeder. Deze producten zijn Mumm en RO200 en die komen ook van de firma Röhnfried. Deze producten zorgen ervoor dat de duiven voldoende suikers/koolhydraten en vitamines in zich hebben. Een duif komt zo perfect voorbereid aan de start en dat is zeer belangrijk om een heel seizoen op alle disciplines mee te strijden.

Kweek

Als reportagemaker ben ik inmiddels al op bijna 100 tophokken geweest en zelden zag ik zo’n hok met fantastisch gebouwde duiven. De ogen spuwden vuur en waren rijk gekleurd, de spieren waren geweldig, ze straalden kracht uit, geen rug of stuit verkeerd en als je tientallen teletekstduiven, kampioensduiven in afdeling en samenspel (en ouders daarvan) in je handen krijgt, dan lopen de rillingen wel even over je rug. Duiven die op Pipa duizenden euro’s waard zouden zijn, maar in Middelburg nog gewoon te bewonderen zijn. Een ware schatkamer van de Zeeuwse en Nationale duivensport. Het is jammer dat er in Zeeland niet veel duiven meer meegaan en het daardoor erg moeilijk is om Nationaal wat te laten zien.

Gijs koppelt altijd goed x goed en we kunnen eigenlijk wel zeggen super x super. Een duif moet goed gebouwd zijn, maar de prestaties blijven het belangrijkste. Verder ziet Gijs graag ventilatie door de laatste pennen. Dit is volgens hem een grote verandering de laatste jaren en een kenmerk van de moderne postduif. Verder ziet hij graag grote, sterke vleugels, want daar moet het immers allemaal mee gebeuren. Met een halve roeispaan kun je nog zo slim zijn, je zult de wedstrijd nooit winnen.

Stamopbouw

Programmaduiven:

Zijn programmaduiven zijn allemaal gebaseerd op een paar geweldige kweekkoppels, die ook in de nakweek weer geweldig doorkweken. Je ziet op het hok dan ook echt een geweldige stam duiven. Het is geen allegaartje, zoals je op veel hokken wel ziet. Deze koppels heeft hij te danken aan Martin Borremans die stage kwam lopen op het werk. Martin vertelde wat voor duiven hij had zitten en Gijs vroeg voor de gein of hij niet wat eitjes kon krijgen. Martin, Peter sr. en Peter jr. gaven Gijs een koppel en dat werd de basis van gigantisch veel succes. Verder zijn er duiven van Merrienboer en Koen Minderhoud. Deze lijnen pakken fantastisch en het wordt ieder jaar nog beter. Met Peter Borremans wordt ook nog ieder jaar duiven geruild en daar zijn zij beiden erg succesvol mee.

Overnachtduiven:

Via Max de Rijke, die regelmatig helpt, zijn erg goede overnachtduiven gekomen. Ook zijn er veel goede duiven gekomen van Cees Suijkerbuik, Comb. Verweij-de Haan en Gebroeders Dingemanse.

Slot

Gijs is een man die duivensport ademt. Als hij over duiven begint te praten, dan vliegt de tijd en met al dat succes is er natuurlijk ook veel om over te melken. Wel geeft hij aan dat het niet zomaar aan komt waaien. In veel reportages lees je dat je goede duiven moeten hebben en dat de rest onzin is, maar dat is maar een gedeelte van het verhaal. De boog moet uiterst gespannen zijn, maar wat Gijs absoluut niet wil, is dat het ten koste van zijn gezin gaat. In iedere club heb je wel melkers die huis en haard aan de kant zetten voor de duiven en dat is volgens Gijs niet goed. Op zondag is het dan ook altijd gezinsdag bij de familie. Gijs gaat er al vroeg uit om de duiven te doen, maar daarna worden er lekker warme broodjes gegeten en gaan ze naar het strand of zoeken een andere ontspanning. Dan wordt er echt niet op de klok gekeken of het 4,5 of 6 uur is. De duiven zijn slaaf van Gijs en Gijs is geen slaaf van zijn duiven. Duivensport moet je als familie achter staan, anders wordt het niks. Mensen denken dat je om top te presteren alles op de minuut nauwkeurig moet doen. Dit is volgens Gijs echt niet nodig en als iets eens een uurtje later is, dan merken je duiven daar niks van. Wel wordt er alles voor de duiven gedaan, maar met behulp van anderen gaat hij ook gewoon op vakantie. Duivensport heeft erg te lijden onder deze drukke samenleving, maar als we elkaar een beetje helpen, dan zal het zoveel leuker en beter worden.

Gijs Baan, is een diamant in de Zeeuwse duivensport, waarvan velen de waarde nog niet op juiste hoeveelheid hebben geschat. Wat een prestaties, wat een formidabele duiven en wat een nuchtere, aardige duivenmelker!

Patrick Noorman